De kellner en de levenden
Weblogger Martin Visser las voor de 4de keer De kellner en de levenden
en was
weer enthousiast: "Wat een prachtboek! [...] een onalledaagse
versie van het laatste oordeel. Eentje compleet met duivels, engelen,
zinsbegoochelingen en biechtpartijen. Twaalf mensen uit een flat op een
avond worden meegenomen door zwijgzame agenten in een toeringcar. Ze stappen
uit bij een soort bioscoop, waar nog veel meer mensen binnenlopen."
en daar weer een reactie op: "Ook de beklemming die er in het christendom
veel is met betrekking tot het laatste oordeel, Vestdijk heeft deze m.i.
heel goed weergegeven".
Op 31 maart 2012 verscheen een gratis verkrijgbare ebookversie in de eregalerij van Bibliotheek.nl
Fragment uit het eerste hoofdstuk van De kellner en de levenden
Epub versie 31 maart 2012 - Eregalerij Bibliotheek.nl.
In de namiddag hadden langgerekte witte wolken met de vage allures van gerafelde zwaardvissen een zomerse hemel bezeild. Thans woei er een In de namiddag hadden langgerekte witte wolken met de vage allures van gerafelde zwaardvissen een zomerse hemel bezeild. Thans woei er een In de namiddag hadden langgerekte witte wolken met de vage allures van gerafelde zwaardvissen een zomerse hemel bezeild. Thans woei er een herfstige nachtwind, die het zweet in de oksels onder de overjassen huiveringgevend deed opdrogen; en tussen de wolken zwierf een enkele winters flonkerende ster. Het was een dier getijdenrijke dagen geweest, vol van een kosmisch initiatief, die schijnen voor te gaan naar kentering en vernieuwing en die het tenslotte toch niet verder brengen dan de bestuursvergadering van een voetbalvereniging waar men aan ontgroeid is. Toen zij de hoek omsloegen naar het hoge flatgebouw, waar zij samen met Schokking's moeder een étage bewoonden, wapperden hun jassen, alsof die door geklapwiek in de toestand verandering wilden brengen. Reeds enkele minuten zwegen zij, - en wat was het gesprek waard geweest, tussen deze dertigjarigen, die ondanks een geestelijk peil, dat aan dat van oudere studenten had kunnen doen denken, nog aan het groene veld vastzaten, als jongetjes die pas hebben leren lopen aan hun vierkante box, hun eigen pas veroverd terrein? - zwegen zij, alsof de vernieuwing tòch nog komen moest, alsof er iets gebeuren ging, iets in de hemel, of over de aarde heen, iets vanuit die eigenaardige wolken, of met een dwarrelwind over het plaveisel, in welks frisheid de rivier haar nabijheid kwam verraden. Maar er gebeurde niets.
Er gebeurde niets anders dan dat een huurauto hen achteropreed, om even later vlak voor de flat te stoppen. Meer naar de straat toe, in de schaduw, stond een tweede, veel grotere wagen. De man, die uitstapte, moest het hoofd buigen om zich niet te stoten. Met grote, veerkrachtige passen liep hij naar de flat, gehuld in een dikke overjas, blootshoofds.
Meer over dit boek bij bibliografie
svestdijk.nl - proza
- romans
|