synthese t[us]s.[chen] religie en comm.[unisme]
Dat de menschheid zich naar een (denkbeeldige) eindtoestand beweegt,
waar de banden met de gemeenschap
van religieuze beteekenis worden, d.w.z. én de infantiele ouderbinding
oplossen én de godsprojectie overbodig maken, zonder onverwerkte resten
en verdringingen, is zeer plausibel. De meest natuurlijke, d.i. biologisch
aangewezen bron van bevrediging van de religieuze behoefte,
d.i. de behoefte aan totaliteit, is het leven in de totaliteit van [he]t
menschdom, het is eigenlijk nogal voor de hand liggend. Wanneer
het communisme dít iets meer bewust zou nastreven en erkennen, in plaats
van zoo verdomd wetenschappelijk en exact-sociologisch te doen
(op een gebied waar geen exactheid mogelijk is), zou ik er al veel
vriendelijker over denken. Ik zie wel ěn, dat het dit uit tactische
overwegingen niet doen kán, maar daar heb ik dan verder niets mee te maken:
de ficties, die een ander noodig heeft om zijn doel te bereiken, kan ik
psychologisch interessant vinden, ik kan hem zelfs aanraden ze te handhaven,
maar ik kan ze onmogelijk tot de mijne maken. Dit is overigens tot daaraan
toe. Ik vind mezelf al erg royaal, dat ik deze synthese t[us]s.[chen]
religie en comm.[unisme] gevonden heb (die nog wel iets anders is dan
de ontmoeting v. Stalin en de Paus!), een synthese, die ongetwijfeld ook
alle groote godsdienststichters voor oogen heeft gezweefd (Boeddha vooral;
bij Jezus speelt papa nog een te groote [r]ol, tenzij de man dit zuiver
symbolisch bedoeld heeft).
Liefde voor alle menschen, het klinkt wat simplistisch en halfzacht,
maar dat is voornamelijk omdat er tot nog toe op aarde bijna steeds walgelijke
parodieën op dit thema zijn opgevoerd. Toch zal het wsch. steeds noodig
zijn de heeren dit ideaal voor te houden, niet omdat ze de kans hebben
het ooit te bereiken, maar om hen ervan te weerhouden elkaar tot de laatste
man uit te moorden. Planmatige ordening, die niet bij de leiders op
een of andere manier in dit emotionele en religieuze ideaal verankerd
is, is daarvoor op den duur ten eenenmale onvoldoende, daarvan ben ik
overtuigd. Ware dit anders, dan zouden de menschen minder dom, bekrompen,
trotsch, aanmatigend, eigengerechtigd en onverdraagzaam moeten zijn dan
ze zijn, van nature zijn, buiten alle historische bepaaldheid om...
21 augustus 1943
Brief van Vestdijk aan De Vries, p. 115 uit S. Vestdijk & Theun de Vries,
Briefwisseling, bezorgd door S.A.J. van Faassen, Amsterdam Em. Querido
1985. uit de verantwoording: Een aantal woorden is gedeeltelijk onleesbaar
geworden door perforatiegaatjes, die De Vries heeft aangebracht om de
brieven in een ordner te bewaren. Deze woorden zijn tussen teksthaken
gereconstrueerd. [...] In de brieven gebezigde afkortingen zijn, tenzij
het gaat om nu nog gebruikelijke afkortingen, tussen teksthaken opgelost.
foto van Theun de Vries en Simon Vestdijk door Louis van Paridon, 1968.
naar index essays
naar index website
|