detail from the Earthly Delights ...een man als Bosch...

Het is mogelijk dat de grootste fantast niets ‘gezien’ heeft van wat zijn penseel fantaseert; dat een zwangere leegte de zichtbare vormen uitwierp; dat er helemaal niets ‘afgebeeld’ wordt, maar dat alles wordt gecreëerd ... uit niets. Zij het dan ook, dat deze creatie achteraf toch weer een ‘afbeelding’ blijkt te zijn van elementen uit de werkelijkheid die, naar wij moeten aannemen, in het onbewuste van de schilder hun macht deden gelden.

Intussen is ook het omgekeerde mogelijk: dat de kunstenaar de weelderigste visioenen voor zich zag en er slechts in slaagde een bleke afschaduwing, of een gestileerd kort-begrip, aan het doek toe te vertrouwen. Deze laatste mogelijkheid strookt beter met de populaire opvattingen omtrent het scheppen dan de eerste. Met voorliefde stellen velen zich een man als Bosch voor als geteisterd door een soort opium- of haschischdromen, waarvan alleen de vale bouwvallen, de uitgebrande resten, ons op zijn tryptieken aangrijnzen.

Ik weet het niet.

En misschien sluit het een het ander niet uit; misschien was er beurtelings de grote leegte en de grote volheid, bij Bosch; misschien was wat wij vol zouden noemen voor hemzelf leeg. Wie zal deze geheimen ontraadselen? Het is een tergende gedachte, dat mannen als Bosch, Grünewald, Greco, het waardevolste (en ook het monsterlijkste) in zich moesten achterhouden en de wonderen van hun voorstellingsvermogen met zich in het graf namen.

Uit Het visioen in de beeldende kunst. Essays in Duodecimo. Amsterdam, Meulenhoff 1976. 3de drk. (voor het eerst gebundeld in 1952).



Nieuws over Jeroen Bosch in 2001.

terug naar de indexpagina van www.svestdijk.nl