Over de toekomst der religie
Van metaphysische projectie in de religie spreken wij, zoodra uit de
groep symbolen, die zich rondom de conceptie van de natuurlijk-volmaakte
mensch hebben verdicht, één of meer aan de bovenzinnelijke
sfeer deel hebben, om daar als "werkelijkheid " hun onbewijsbaar,
maar tevens onbetwijfelbaar bestaan te leiden, - onbetwijfelbaar in de
zin van "aan ieders mogelijkheid van twijfel onttrokken". Het
is volkomen zinneloos aan het bestaan van God te "twijfelen".
Belissend is hier alleen: is men al of niet in staat de projectie tót
God te voltrekken? Wie daarin slaagt twijfelt niet meer; wie er niet in
slaagt kan zijn tijd beter gebruiken dan met het bedenken van tegenargumenten,
want dit probleem is hem door de metaphysisch projecteerenden opgedrongen,
en twijfel of scepsis of critisch zelfonderzoek dienaangaande zouden,
van zíjn standpunt, geheel op één lijn staan met
de dienovereenkomstige houding van de kleurenblinde tegenover de aesthetiek
der kleuren, of van de normale wandelaar tijdens een storm tegenover het
probleem van de bezieldheid der dakpannen.
Fragment uit De toekomst der religie
blz. 85, editie 1948
Andere fragmenten: tweede,
derde, vierde
en de eerste
twee hoofdstukken
Huub Mous wijdde een blogbericht aan
de Toekomst der religie en aan
Tussen twee vuren van Fokke Sierksma.
Toekomst der religie besproken in Trouw
’Pantheďsten zijn geen socialisten, omdat zij solidariteit slechts
waarderen voorzover zij er zelf belang bij hebben. En het zijn zeker
geen boeddhisten, omdat zij niet in staat zijn de wereld met een glimlach
tegemoet te treden. Pantheďsten gaan er vanuit dat hun eigen innerlijke
drijfveren serieuze aandacht en respect verdienen alleen al vanwege
het feit dat zij individuele expressies zijn van een ’zelf’ dat goddelijke
proporties heeft aangenomen.’
Eens, op een morgen, zou de christen ontwaken en zich afvragen:
’Ben ik niet eigenlijk een boeddhist?’ Althans dat geloof en die hoop
sprak Vestdijk uit in zijn destijds geruchtmakende essay De toekomst
der religie (geschreven in 1943, verschenen in 1947). Lees het
hele artikel van Hans van den Breevaart in de rubriek Letter en
geest op de site van Trouw.
Onder de titel: Het is nog te vroeg om het christendom af te schrijven
vraagt de onlangs op de Toekomst der religie gepromoveerde zich af of
Simon Vestdijk gelijk heeft gekregen? 'Hebben zijn idealen zich in
razend tempo gerealiseerd? Hebben socialisme en boeddhisme de dominante
rol die het christendom eeuwenlang heeft gespeeld, overgenomen? Is de
toekomst der religie inderdaad al begonnen?'
‘De toekomst der religie’ van Simon Vestdijk is een koorddans tussen het zuiverste atheïsme en het meest onverbloemde geloof; het is bovendien een antropologie, een cultuurfilosofie en geeft ook nog een paar gezichtspunten voor andere wetenschappen, die iets met de mens te maken hebben. Vestdijk zegt hier heel duidelijk, wat hij over de centrale vragen van de mens denkt; alleen zal hier ook wel gelden, dat deze duidelijkheid alleen duidelijk is voor hen die het verstaan. Maar dat is vaker geconstateerd als het over religie gaat.
(Dr. Fokke Sierksma)
|