Geert Lubberhuizen, uitgever
en oprichter van de Bezige Bij en de Cornamona
Pers
Geboren te Schoten 15 maart 1916, overleden 18 juli 1984 te Cornamona,
Ierland. In 1944 was het verzetsgedicht "De achttien doden", door Jan
Campert de eerste uitgave van De Bezige Bij. Met de opbrengst van deze
ondergrondse publicaties boden Lubberhuizen en anderen hulp aan joodse
kinderen. De scheikundige Lubberhuizen zette vanaf 1945 de uitgeverij
Bezige Bij op als co-operatieve vereniging. Richtte in 1981 de Cornamona
Pers voor bibliofiele uitgaven op.
Uit We zullen wel zien, Marten Toonder:
'Hij zag niets in geweld. Dat kon je beter aan de Duitsers overlaten,
vond hij. Het lag voor de hand dat mensen in nood geholpen werden, maar
dat kon je op allerlei manieren doen.
Door het uitgeven van mooie boekjes bijvoorbeeld. Want die kon men verkopen
voor veel geld, en met dat geld waren er onderduikadressen, bonnen en
zelfs persoonsbewijzen te krijgen. Trouwens, het was nog leuk werk ook,
want je kon je erg gelukkig voelen wanneer je de hand had weten te leggen
op een paar riemen papier van mooie kwaliteit. Dat was geen kwestie van
geweld het was alleen maar de kunst om goede vrienden te maken,
die je hielpen bij het wegdragen van een baaltje of zo uit het magazijn
van hun fabriek.
Maar ja, het was soms erg moeilijk om een drukker te vinden, en ook het
zetsel mocht niet onderschat worden. Er is een groot verschil tussen een
garamond en een bodoni, terwijl het een bijzondere sensatie is om Simili
Japonpapier op de kop te tikken.' (Pag. 81).
Uit Hij
verenigde veel uitersten in één fonds Boekblad, 16
juli 1999, Maarten Dessing:
'Een van de invloedrijkste en spraakmakende zelfstandige uitgevers
in Nederland', 'Had in zijn fonds immers Jan Cremer én Bert Schierbeek.'
'Een stimulerende man, die de kwaliteiten had om staatssecretaris voor
cultuur te worden, maar zijn talenten gelukkig aan het boekenvak heeft
gegeven'. (Joost Nijssen).
'Hij zei dat naar aanleiding van Jan Cremer: "Je wilt dat uitgeven
wat uitgegeven moet worden". Dus niet uitgeven op basis van calculaties,
het fonds of je eigen smaak, maar omdat je voelt dat een werk uitgegeven
moet worden.' (Bas Lubberhuizen).
Uit Een uitgever die alleen 'bijspraak'
toestond Recensie van Wim Wennekes' 'Geert Lubberhuizen, uitgever,
het mysterie van de Van Miereveldstraat', 1994, A.F. Zweeden:
'Tegen Max Pam zei Lubberhuizen in 1978: "Als er een vergadering
is van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond zitten er voor het grootste
deel managers in de zaal. De echte uitgevers worden schaars. Die managers
zijn prima ondernemers, maar hun eigen produkt krijgen ze nauwelijks meer
in handen. Er moet niet alleen winst worden gemaakt voor het bedrijf zelf
maar ook voor de anonieme aandeelhouders. Geen winst met poëzie.
Weg ermee. Ik zou niet kunnen werken onder een opperleiding, zoals bij
Elsevier of Kluwer.".'
Geert Lubberhuizen Vijftig Jaar
Gij Geert, als groote Imker van 't bedrijf,
Door Bezigheid beroemd, van centen stijf,
Leef nog een halve eeuw voor uw scribenten,
Zoo kwiek van geest als onbelast naar lijf.
|
Zie verder:
Het jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden
1985-1986, pag. 106-113:
http://www.leidenuniv.nl/host/mnl/mnl/levens/85-86/lubberhuizen.htm,
Levensbericht door Max Nord.
http://www.svestdijk.nl
contact
laatste aanpassing: 18 oktober 2002
|