Over De vuuraanbidders
‘Wij rijgen aan de spits onze medemenschen om te bewijzen dat mensch
en medemensch zo ver van elkaar staan als Noord- en Zuidpool!’
Zie J.J.
Oversteegen - Merlyn, nr. 2
In de Digitale bibliotheek Nederlandse letteren is nu ook de roman De
vuuraanbidders te
vinden. Het in 1947 verschenen verhaal speelt zich af tijdens de tachtigjarige
oorlog - deels in Leiden gedurende het Twaalfjarige bestand (1609-1621)
- en deels elders in Europa.
Fragment:
"Zij was de dochter van een Heidelberger brouwer, en nog maar kort
in het logement in dienst. Over de talrijke dienknapen, die zoo op het
oog regelrecht uit de Steden der Vlakte ontsnapt schenen te zijn, kon
Lysbet mij weinig anders mededeelen dan dat Kaplirsch ze bij zijn komst
in Heidelberg bij zich had gehad; het waren vroegere trosjongens, en van
trosjongens, dat wist ik te goed, was de verdorvenheid spreekwoordelijk.
Zijn de hoeren schaarsch, dan nemen de jongens hun plaats in, zoo gaat
het nu eenmaal in het leger toe. De benden van Mansfelt waren hiervoor
beruchter dan andere. En Kaplirsch was zoetelaar bij Mansfelt geweest.
Het spreekt vanzelf, dat ik over deze zaken niet met mijn zuster van gedachten
kon wisselen."
In 1996 werd het boek in
hoorspelvorm uitgebracht bij de TROS.
index op romans
|