Zijn politici dom?Een schrander psycholoog zei mij eens: Een groot man, Churchill, ongetwijfeld. Maar hij heeft iets in zijn gezicht... Ik vind hem eigenlijk uitgesproken dom ... Voor Churchills intellect was dus nog hoop: het ging alleen om zijn uiterlijk. Maar laten wij aannemen, dat mijn psycholoog ook het innnerlijk bedoelde. In dat geval kan ik alleen maar verklaren, dat ik het niet met hem eens ben, maar wel begrijp wat hij bedoelde. ![]() Dit geschiedt om zo te zeggen dagelijks. Een eerste minister, een president, een dictator kan er zich niet mee vergenoegen de grote lijn te zien; hij moet ook, en nogal vaak zelfs, een besluit nemen. Nu leert de historie, dat deze besluiten bijna altijd verkeerd zijn. Wanneer men alles overziet, overziet men ook het tegenstrijdige, zodat ieder motief tot handelen zou komen te vervallen: het een weerstreeft het ander, er is alleen maar evenwicht, roerloosheid, rust in den lande. Een staatsman heeft met de god der 18e-eeuwse deďsten gemeen, dat hij alles weet, maar niets kan, en dus eigenlijk ook niets zou moeten doen. Handelt hij nu tóch, dan treedt zijn domheid aan de dag, aangezien hij even goed anders had kunnen handelen, en alleen het toeval over de juistheid van zijn maatregelen beslist. Omgekeerd pleegt deze domheid te verdwijnen, naar gelang de historicus beter op de hoogte is van de omstandigheden: de verzachtende omstandigheden, die ons de grote historische flaters, de tocht naar Rusland, de tiendaagse veldtocht, het ontstaan van de Amerikaanse burgeroorlog, de oorlogen van het fascisme, de ![]() Daarnaast mag een staatsman ook meer banale fouten maken, zonder dat hem dat nu dadelijk tot domoor stempelt. Logische denkfouten, achteloosheid, zich verslapen op een historisch moment, laat ik buiten beschouwing. Een enkele maal blijkt hij niet alles te hebben overzien, of misschien wel overzien, maar dan in die brede en onnauwkeurige zin, dat hij iets over het hoofd heeft gezien, b.v. de hulpbronnen en de morele weerstand van de vijand, eventueel omdat zijn raadslieden dit verkeerd beoordeelden of het voor hem verzwegen. Napoleon is wel het meest imposante voorbeeld van de halfgod, die bij voortduring verkeerd werd ingelicht. Weer andere heersers zijn te emotioneel, en zien door bewustzijnsvernauwing nog maar een onderdeel der werkelijkheid: Chamberlain het communistische gevaar, Hitler de glorie van een niet bestaand Germaans ras. Maar dit zijn dan ook geen eigenlijke staatslieden. Zij maken alleen maar brokken. De grootheid van Churchill bestond o.a. daarin, dat hij, hoe temperamentvol ook, bij het opruimen van de brokken van anderen zich niet door zijn emoties liet beheersen. En láát hij er dan een beetje dom uitzien! Essay uit de bundel De leugen is onze moeder, en andere essays over: filosofie, psychologie, beeldende kunst, literatuur, Bert Bakker/ Daamen, Den Haag, 1965. Dit essay is eerder verschenen in Het Vrije Volk, 29 september 1956, volgens Jean Brüll, Vestdijk op krantenpapier, Reflex, 1984 |
(Terug) naar de index van deze website