Wat is er sinds de Grieken eigenlijk veranderd?


fragment uit

Theun de Vries
Hernomen konfrontatie met S. Vestdijk, brief­fragmenten en gesprekken.

Amsterdam, Arbeiderspers 1968; omslag: Kees Kelfkens; foto's: Louis van Paridon.



VRAAG: Brecht?

ANTWOORD: Ken ik te weinig. Zoals je ziet, betekent het toneel in de literatuur voor mij zo goed als niets. Mijn geliefde genre is de roman. Om te lezen én om te schrijven.

VRAAG: Toch is toneel een kommunikatiemiddel van de eerste rang, vooral als je nog aan de mogelijkheden van radio en TV denkt. Je zou waarschijnlijk best een stuk kunnen maken; je kunt immers dialogen schrijven!

ANTWOORD: Dat is wel zo; ik heb ook wel eens een vage neiging bespeurd iets voor toneel te schrijven, maar er komt meer kijken dan alleen de dialoog.

VRAAG: Hoe denk je in 't algemeen over de technische communicatiemiddelen?

ANTWOORD: De radio is al te vaak een verlengstuk van de pers. Natuurlijk hoor je af en toe wel goede muziek. De TV is ook wat geluid betreft iets heel knaps.
Ik zie (en hoor) er wel eens iets van bij kennissen, maar zelf wil ik zo'n ding niet in huis hebben. Ook hier geldt mijn bezwaar vooral de slechte programma's. Afschuwelijke journaals en filmpjes zonder kraak of smaak. Als je eens bij uitzondering een goede opera ziet, heb je echt geluk gehad! En voor schoolgaande kinderen is zo'n TV in huis direkt funest!

VRAAG: Je hebt veel muziekkritieken geschreven, en dat deed je meen ik voor een groot deel met behulp van technische hulpmiddelen, ook van grammofoon en pick-up. Die waardeer je dan toch? (Hierbij kijk ik veelzeggend naar de uitgebreide diskoteek van de auteur aan de wand, en de twee geluidsversterkers, waartussen hij als een priester tussen twee tempelzuilen inzit.) Muziek in blik, zoals Huxley het geloof ik ergens genoemd heeft, is niet te versmaden.

ANTWOORD: Dat doe ik dan ook niet. Maar als ik in mijn muziekkritische tijd naar een echt concert ging, was er toch wel een groot verschil. De klank blijft bewaard, zelfs al is op zo'n plaat de weergave tot en met geselekteerd.

VRAAG: Het technisch aspekt van onze tijd, belooft dat volgens jou iets?

ANTWOORD: Ik zelf heb geen technisch zintuig, maar ik kan me heel goed voorstellen dat een ver ontwikkelde techniek, waar we nu naar toe gaan, de mensen veel gemak en plezier zal bieden. Essentieel zijn die technische aspekten naar mijn mening niet.

VRAAG: Maar er zijn toch belangrijke ontdekkingen mee gepaard? De atoomkracht, tenminste voor vreedzame doeleinden? De strijd tegen afschuwelijke ziekten? Verlichting van de ouderdom? Vervanging van zware arbeid door de machine?

ANTWOORD: Natuurlijk, dat is het gunstige aspekt van het computertijdperk.

VRAAG: Je herinnert je natuurlijk zo goed als ik dat er een tijd was waarin veel mensen bang waren voor ‘de machine’. Rilke in de Duineser Elegien, en Charlie Chaplin in zijn 'Modern Times', bijvoorbeeld. En de Duitse expressionisten propageerden vaak de opstand tegen het technisch aanzicht van onze beschaving, zoals Ernst Toller.

ANTWOORD: Die uitingen, vooral de expressionistische, heb ik altijd als schromelijke overdrijving beschouwd. Maar de ‘machine’ als modern hulpmiddel gaat ietwat buiten mijn levenssfeer om ... tenzij ik ze op mijn weg tegenkom en als gunstige faktor in het bestaan gebruiken kan. Maar in de literatuur zullen toch steeds de fundamentele menselijke wezenstrekken het ‘onderwerp van gesprek’ blijven ... Immers; wat is er sinds de Grieken eigenlijk veranderd? Het uiterlijk van de dingen heeft zich gewijzigd, dat van de mensenwereld ook, maar het wezen is hetzelfde gebleven.

VRAAG: Zie je de mogelijkheid, dat de mens bij een verdere groei van computercivilisatie over meer vrije tijd zal komen te beschikken, en die gebruiken zal om nieuwe ontdekkingen omtrent zichzelf te doen?

ANTWOORD: Ja, die mogelijkheid bestaat zeer zeker, en de beste mensen zullen daar ook wel gebruik van weten te maken. Maar of dat ook een nieuw bewustzijn bij de mens teweeg zal brengen? Ik zie en verwacht het niet.





Rainer Maria Rilke - 1875 - 1926. Oostenrijkse dichter, naast poëzie tevens een roman in dagboekvorm: Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge (1910). De genoemde dichtbundel Duineser Elegien verscheen in 1923.


Ernst Toller - 1893 - 1939. Duits schrijver en politicus. Vooral toneelstukken maar ook poëzie, reisverhalen, toespraken, manifesten, essays.

copyright 1968 by Theun de Vries, Amsterdam


Terug naar de beginpagina