Post Mortem





De modder kruipt waar hij niet gaan
Kan in mijn donk're oogenholen
En in mijn mond waar 'k God bevolen
Heel mijn gebit nog in heb staan.

't Is onder zerken zwaar geworsteld-
Een rilling loopt van knook tot kruin-
Als men 't hoort kloppen in den tuin,
Dan klop ik om den tandenborstel.

Waarvan 't eens wit en sproeiend vloog
In kinderlijke martelie:
Mijn eerste tandenborstel die
Mijn moeder heen en weer bewoog.



Door S. Vestdijk – Verzamelde gedichten, ed. 1987.

Opgenomen in de bloemlezing Zwaan kleef aan, een kettingreactie door Henny Vrienten. De Harmonie, Amsterdam 2009; 96 p.; 978-90-60169-880-7

Met enige regelmaat vallen in huize Vestdijk presentexemplaren van bloemlezingen op de deurmat. Meestal, gaat het om de zoveelste verzameling gedichten over de dood, of gedichten over dieren, of de tweede wereld oorlog in de poëzie, of wat voor thema dan ook (zie ook artikel op de Contrabas) – of periode die academisch wordt uitgebeend, doorploegd etc. De bloemlezing Zwaan kleef aan, een kettingreactie is echter anders. Met verrassende combinaties van gedichten, uit zowel Nederlands als ander taalgebied, in origineel en met vertaling, geeft Henny Vrienten commentaar dat nu eens niet quasi wetenschappelijk is, maar persoonlijk en creatief. Vrienten hoeft zelf niks te bewijzen want zoals hij zegt in Recensie/interview in BN De Stem, hij schrijft zelf geen poëzie, “er moet toch iemand zijn die het spul leest”.

8 maart 2009