fragmenten uit Mnemosyne in de bergen
fragment uit de tweede zang van Mnemosyne
in de bergen
Wie waagt het in tractaat of leergedicht
t Gebeurde ten tooneele zóo te voeren
Dat nergens stoort meer t menschlijk aangezicht?
Wie kiest de stof? Wie ordent knechten, boeren,
Burgers en eedlen rond die eene Vorst
Die zich beweegt zonder zich ooit te roeren?
Wie zoekt bijeen wat het verstand vermorst
In een historie waarvan de ooggetuigen
Afstierven of door Clio zijn geschorst
Als leugenaars die voor de sterkren buigen,
Als kleine geesten die t geheel ontgaat
Of die t ontbrekende uit hun duimen zuigen?
Laat eens, historicus, in de overmaat
Van feit op feit éen bergketen verrijzen,
Waar wat op aard geschiedt te lezen staat!
fragment uit de tweede zang van Mnemosyne in de bergen,
een episch gedicht in negen zangen, 1946.
Uit S. Vestdijk - Verzamelde Gedichten. III, Epische en andere Poëzie,
verzorgd en geannoteerd door Martin Hartkamp. Amsterdam/'s-Gravenhage,
Athenaeum-Polak & Van Gennep, Bert Bakker, De Bezige Bij en Nijgh
en Van Ditmar, 1971.
In een brief van S. Vestdijk aan Theun de Vries van 23-6-1945, 'Ik schreef
je, meen ik, nog niet, dat ik een groot episch gedicht gemaakt heb (200
pag.), getiteld Mnemosyne in de Bergen, in 9 zangen, ieder in zijn eigen
stijl en met een 'actueel' slot. Ik ben er zelf nogal tevreden over, maar
het was een helsch werk, door al die technische beperking. In de 6e zang,
in een soort hexameter geschreven, ben ik bijna blijven steken; je denkt
dat zooiets makkelijker is dan de gewoone klassieke maatval, maar ho maar...Houd
je goed verder en doe het kalmpjes aan.'
Uit S. Vestdijk & Theun de Vries, Briefwisseling, bezorgd door S.A.J.
van Faassen. Amsterdam, Querido 1985.
Uit de derde zang
..............................De wolken
trekken
Voorbij, zweefschaduwen verwekkend,
Zwerfzieke flarden over t groen,
waaruit somwijlen, grillig koen,
Een ookren brokkeltoren steekt:
Een preekstoel waar geen mens ooit preekt,
Of n Lieve Vrouwe met haar kind
In steen, dan komt de lieve wind
En dooft de zon die erop scheen
Met nieuwe wolken, éen voor éen,
Dan groen, dan grauw, een wisselspel;
En t kartlig bruin verdraagt dit wel:
Met waterspuwers uit de hel
Of van de trans der kathedralen
Waar híer de werkelijke stralen
Van watervallen, vele malen
Cascaden vormend op elkaar,
Van afdalen naar t hoogaltaar
Op laagre rots: gistende zegen,
van t witste brood aaneengeregen,
En als de witste wijn zo klaar
Als men er van nabij op staart
En waterbellen wel ontwaart
Doorzichtig als een kindersnik,
Eén wenteling, éen ogenblik,
En dan weer weg, en om en om...
Dan, plotsling, slaat het landschap om
Tot vegetatiedrift: de spar
Met mosbaarden aan tak en knar
Vervangt de berk, de populier,
De eik, als een zwaarmoedig dier
Moeizaam op wortelslangen kruipend,
Een sombre berghelling opsluipend:
Kudde van t allerlangzaamst hout,
In kroon het droevig schampend goud
Van kleine lampen die de zon
Langs draden die de scheemring spon
Daar achteloos ontstak, of als
Breekijzer diep tot in de hals
Van n gapend rotsblok ingeklemd,
Zodat het een het ander temt
Tot dubbel martelmonument,
Terwijl de ziel van plant en steen
Terloops door t water wordt beweend
Dat in de bedding der rivier,
Waar t rotsblok met zijn wonde kier
Gelegen is, voortschuimt en spat
En draaikolken ontsluipt, opdat
De kortste weg bij zomerdroogte
Het dorstig dal verbindt met hoogten
Waar alle dorst bevroren is...
Plots een orkaan! Een hindernis
Van lucht! Een stoot, een handgegris
Aan kleren, luchtpijp, hoed en haar:
Een guur verweldgend windgevaar,
En toch zo makklijk te verdragen:
Er is een hoek maar omgeslagen
En t keldergat waartoe het dal
Zijn glibberwanden heeft versmald,
Zijn vals-roodviolette wanden...
uit Door de bril van het heden, keuze uit eigen werk. - Bert Bakker /
Daamen, Den Haag 1956; 208 p.; Ooievaars 39;
Fragment uit de zesde zang van Mnemosyne
in de bergen
Het rotsachtig grijs des te ernstiger daar waar het blauw
Er de boventoon voert in de verte, het groen in zijn duizend
Penseelen tartende rijkdom in strijd met het grauw,
De watervallen als vlijmen, voor t oog enkel ruischend,
waarvan toch begeerig het oor leent, de mergel vergruizend
Tot waaiers van steen langs de wanden,
Uit de negende zang
Veel liedren zijn gezongen. Doch het
eene,
Het ernstge, dat de ziel het diepste raakt,
Ligt nog te wachten, door t azuur beschenen,
Tot het door hooger licht wordt afgemaakt.
Ik had gewild wat ik met zooveel woorden
Zeg inniger te zeggen; maar ik vond
Het éene woord niet, of verstoorde
Zijn nagalm met al te zanglustge mond...
uit de Negende zang van Mnemosyne in de bergen
versie verz. gedichten
bij het overlijden van Dirk van der Hoeven
Verwijzingen
Zie een
pagina van de Utrechter Stolk, over o.a. epische poëzie waaronder
Mnemosyne in de bergen wordt geschaard.
Librairie "de bovenste plank" biedt
een exemplaar van de Ooievaar pocketuitgave (1960) van Mnemosyne
in de bergen aan voor 7 euro (gez. 17-03-2005)
Antiquariaat Henk van den Burg biedt
aan een ex. van de eerste druk, Bezige Bij, 1946 voor 11 euro.
Laatste aanpassing van deze pagina, 17 maart 2005,
onderdeel van de poëzie-index van www.svestdijk.nl
|