Kwijnende liefde
Het najaar, liefste, laat zijn lommerhoven
Maar langzaam bronzen, tegen wil en dank,
Om met dit uitstel van zijn zwaarste klank
Ons laat beraamde gaven voor te toovren.
Het bruinste blad ligt op de steenen bank.
Zet u daar niet: is hij ook warm van boven,
Van onder is t er kil als in de kloven
Die schaduw zaamlen in de wijnbergflank.
Het zonlicht doet de laatste hommels gonzen:
Een bruiloftslied, waarvan k de oorsprong ken,
En de bestemming, die ik blindlings nastaar.
Wie weet hoe hij beminnen moet in t najaar
Hij spreke; want zijn raad is goud waard, en,
Liefste, zijn liefde stellig méér dan de onze.
Dit gedicht is op muziek gezet door Hans Belderbos.
Het heuvelrugkoor bracht
op vrijdag 9 februari 2007 de premiere hiervan.
naar de index van www.svestdijk.nl
Naar index op de gedichten van Simon Vestdijk
|