De sprokkelman

 

Wacht u voor hem, die sprokkelman.
Hij laadt de takken op zijn wagen,
En waar hem ook uw oogen zagen,
Hij zag u aan en wist ervan.

Hij sprokkelt niet maar nu en dan
maar gaat 't op nacht en ontij wagen.
Wacht u voor hem, die sprokkelman.
Met al die takken op zijn wagen!

Sprokkelen dan wie sprok'len kan,
Maar laat de last door 't einde dragen,
En roep hem niet die grijze, trage
doodgraver van de doode stam.
Wacht u voor hem, die sprokkelman!

Verzamelde Gedichten (2de druk, deel III, blz. 407)

naar de index van www.svestdijk.nl