De onvoltooide fuga(Bach, Die Kunst der Fuge, fuga XV)
Dood, gij speelt al te woest: uw teerling smeet Giganten uit hun baan, hij één van dezen. Dit was wat hem op ’t sterfbed schreien deed: Zijn fuga niet tot ’t eind toe saamgelezen
Uit stemmen die na hopen, hunk’ren, vreezen, Voor God verkondigen wat niemand weet: Die diepste jubeling die naar haar wezen Golf van geluk is onder schuim van leed.
Hardvocht’ge Dood, waarom ten einde niet Zijn werk gehoord dat God was opgedragen? Kent gij de noten die zijn oogen zagen?
Of hebt gij ’t ongeschreven contrapunt, Het juub’lende, de menschen niet gegund, Die vreugd in tranen slijten voor verdriet?
Voor Jean Brüll
Afbeelding Johann Sebastian Bach
Verzamelde gedichten II, blz. 362. Eerder verschenen in de bundel Thanatos aan banden, een sonnettencyclus, januari1945. Uitgegeven 1948 door De bezige bij.
|
geplaatst 23 april 20166
|