Fragment uit Een moderne Antonius

 

Inderdaad ontwaarde hij vanuit een vrij steil omhooglopende beukenlaan een rij dennen in de verte, die in hun contour opmerkelijk genoeg waren, al moest men er wel even op staren alvorens het fijne ervan te begrijpen. Door de last van de rijp waren de naalden dicht op elkaar geperst en de takken naar elkaar toegebogen, zodat er silhouetten ontstonden van iets grauws en onbekends, iets compacts, waarin zich allerlei nieuwe vormen lieten lezen, diereruggen, vogelvlerken, gebochelde kereltjes, alles scherp omlijnd tegen de strakke winterhemel, een beetje dreigend, een beetje zinloos; en wie er lang genoeg naar keek zag weer gewone dennen.

(1e dr. 1960)

 

Zie ook

Martin Ros: S. Vestdijk en 'Een moderne Antonius'
In gesprek met H.J. de Roy van Zuydewijn

In de Vestdijkkroniek jaargang 1985, maart nr. 46

 

foto Mieke Vestdijk 23-1-1967 - Doorn

 

 

 


foto Mieke Vestdijk 23-1-1967 - Doorn