Warmte en schijnbare kilheid - fragment

Sterker contrasten dan W.F. Hermans en Robert Franquinet, de koele, 'Calvinistische' noorderling en de warmbloedige en dichterlijke Zuid-Limburger, zijn moeilijk voorstelbaar. Toch doen zich in hun oorlogsromans overeenkomsten voor: in de eerste plaats de grote aandacht geschonken aan de erotiek, in de tweede plaats een zekere gedistancieerdheid tegenover de waarde van het verzet. Bij de ultra-individualist Hermans treedt dit laatste het duidelijkst aan de dag. Maar ook bij de idealistische Franquinet, in de roman Spiegelgruis, wordt het patriottisch motief, behalve door persoonlijk bindingen, overwegend bepaald en overstemd door zijn gloeiende verontwaardiging, gericht tegen iedere vorm van onderdrukking, wreedheid, conventionele verstarring, huichelarij en politiek bedrog, waarbij eerder de Moederkerk dan de Duitsers, waarbij tenslotte zelfs de Amerikanen het moeten ontgelden.

In de Tranen der Acacia's van Hermans wordt de 'illegaliteit' vrijwel verfoeid. Maar men neme de persoonlijke verhoudingen in aanmerking. Dat een twintigjarige student, zich vastklampend aan een oudere vriend die, illegaal werkzaam, hem niet in vertrouwen neemt en de schijn op zich laadt uit zelfzucht te handelen, deze ontgoocheling als richtsnoer kiest bij zijn beoordeling van het gehele verzet, is misschien wat exceptioneel, maar wordt als 'geval' toch wel degelijk waargemaakt.

Fragment uit Warmte en schijnbare kilheid over Tranen der acacia's van W.F. Hermans. S. Vestdijk . - Zuiverende Kroniek. Amsterd., Meulenhoff (1976); tweede drk; isbn 90 290 0612 9

Terug naar de beginpagina