Edgar Allan Poe



Het leven van Edgar Allan Poe onderscheidt zich in wezen niet van dat van de meeste andere romantici. Het was wild bewogen, - ‘a most stormy life’ om zijn eigen woorden te gebruiken, - het was vol tegenstrijdigheden, mislukkingen, raadsels; het eindigde in het zwartste duister van een gewelddadige, althans onnatuurlijke dood. Daar is de alcohol, waartoe Poe in een soortgelijke verhouding stond als Hoffmann en Verlaine, met dit verschil, dat er bij hem eerder sprake was van overgevoeligheid en pathologische roes, reeds door de kleinste hoeveelheden opgewekt, dan van eigenlijke verslaafdheid. Daar zijn de bedwelmende middelen van andere aard, die men ook in het leven van De Quincey en Baudelaire terugvindt. Daar is het kindvrouwtje Virginia, dat even Novalis in de herinnering roept. Er is de opstandigheid tegen de familie, als in het geval van Byron, Baudelaire en zoveel anderen, al was Poe dan ook slechts een aangenomen zoon van de familie Allan, tegen wie hij in zijn jeugd rebelleerde... Maar vooral vindt hij zijn plaats in de grote genealogie der romantici door de tegenstrijdige waardebepalingen, die niet alleen zijn werk, maar ook, tot vrij lang na zijn dood nog, zijn persoonlijkheid te voorschijn heeft geroepen. Met de controversen daaromtrent zouden enige bladzijden te vullen zijn. Met al te weinig profijt voor de lezer misschien; want wanneer men de gegevens onderling vergelijkt, en het onwezenlijke elimineert, komt men aldra tot de overtuiging, dat ‘zwei Seelen in einer Brust’ in dit geval, - de beminnelijke, geduldige en bescheiden Poe tegenover de aanmatigende, trotse en sombere driftkop, - nauwkeurig bepaald worden door de persoonlijkheden op wie hij reageerde.


Uit De Poolse Ruiter -

geheel te vinden op de website van de digitale bibliotheek Nederlandse letteren



POE, EDGAR ALLEN Fantastische vertellingen. Vertaald door S. Vestdijk.

Amsterdam, Uitgeverij Contact, z.j. Or. karton met omslag, 192p.¶ Illustraties van Joanna Bieruma Oosting

1ste druk 1947


GRUWELIJKE VERHALEN

1976, Amsterdam: Contact, 330 p., ISBN 90-254-6489-0, 8e druk

vert. en ingeleid: S. Vestdijk, bevat:


1. Inleiding

2. De gouden tor

3. De moorden in de Rue Morgue

4. De gestolen brief

5. Het landgoed Arnheim

6. Het vat Amontillado

7. De put en de slinger

8. De zwarte kat

9. Het hart als verklikker

10. William Wilson

11. De ondergang van het kasteel Usher

12. Ligeia

13. Het ovale portret

14. Morella

15. Het masker van de rode dood

16. Metzengerstein

17. Manuscript, in een fles gevonden

18. Een afdaling in de maalstroom

19. Schrik en ontbering op zee

20. De reis met de luchtballon

21. Het systeem van doctor Tarr en professor Fether


n.a.v. bericht in Het Parool - 20 januari 2009, over het Edgar Allan Poe jaar.