Over satire

De satire, die als literair genre al niets met het griekse satyrespel gemeen heeft (verwisseling die aanleiding heeft gegeven tot de foutieve spelling ‘satyre’), kan bovendien met vrucht losgemaakt worden van hekeling en spot, met voordelen voor een bredere opvatting van wat op satirisch terrein mogelijk is. Dit klemt vooral in verband met de historische ontwikkeling. De oudere satireschrijvers (Cervantes, Swift) zagen in de loop van enkele eeuwen het spotelement sterk verbleken. Don Quichote als verdwaasde ridder ziet niemand tegenwoordig nog als dwaas, als een belachelijk figuur – al lacht men – integendeel, veeleerals de konsekwente idealist, en zeker als een held, zij het ook een held die voortdurend de kous op de kop krijgt; terwijl het begrijpen van wat in Gulliver's travels nu precies bespot wordt een historische kennis vereist, die zonder degelijke bestudering van kommentaren al haast niet te verwerven is. Gulliver werd de held van een soort kindersprookje.

Uit Gallische facetten. Amsterdam 1968; Bert Bakker / Daamen nv, eerste drk. 2500 eksemplaren, zomer 1968, foto omslag en verzorging Pieter van Delft, New York, druk Semper Avanti , Den Haag. Fragment uit hoofdstuk 4: "Radiguet en de satire".

In 2001 verscheen bij Mycena Vitilis een vermeerderde druk van Gallische facetten,
ISBN 90-75663-27-7