Ikaros
Het was hun een'ge kans om te ontsnappen.
Het labyrinth was kil, en 't heimwee groot.
De vader wist: een wedstrijd met de dood...
De zoon wist niets, en volgde alle stappen.
Met heel 't vertrouwen van de tochtgenoot
Van een meesterlijk man: hij maakte grappen
Over het vleugelpaar dat dicht kon klappen
En dat men met was aan beider schouders sloot.
De vader wist: als ik hem waarschuw, stort
Hij neer, omdat hij dan onzeker wordt;
Daarom gezwegen van het doodsgevaar!
De zoon winst niets, bewoog het vleugelpaar
In staat'ge rust, tot aan zijn val in zee.
Was híj de ware meester van de twee.
Uit Grieksche Sonnetten, met een nawoord door Tom van Deel. Doorn, Mycena
Vitilis (2001). isbn 90 75663 31 5
Uit het nawoord:
Het mythologische gedicht bezit voor de maker vermoedelijk veel overeenkomsten
met het beeldgedicht, een gedicht over beeldende kunst, in welk genre
Vestdijk er vele tientallen geschreven heeft. Voor hem was het beeld het
kernpunt van de poëzie, niet de klank of de gedachte. In de
drieëenheid klank-beeld-gedachte is het beeld de middelmoot, en de
middelmoot is het smakelijkste van de vis In het beeld, zeker als
het een kunstwerk is, balt zich een enorm potentieel aan betekenissen
samen, van anekdotische, psychologische, filosofische en poëticale
aard, waarop de dichter kan vertrouwen en waarvan hij gebruik kan maken.
[...].
Gedichten als deze Grieksche sonnetten veronderstellen altijd
kennis van de mythologie, ze spelen tenslotte met de overleving en hun
originaliteit wordt juist afgemeten aan de mate waarin er sprake is van
een nieuwe blikrichting van waaruit naar de mythe wordt gekeken.
Informatie over de mythe van Icarus en Daedalus, zie:
http://home.wanadoo.nl/~prometheusomega/index(Daedalus&Icarus).html
http://www.cultuurinvoorraad.com/oerol/99daedalus.html
http://www.jeroensteeman.nl/boek/daedal.htm (met de vermelding van
de vindplaats bij Ovidius.
http://www.histuitg.nl/2825.html
|