...kwam aan die wantoestand een eind



Aantekening van Martin Hartkamp
Over de Gedichten van Emily Dickinson
en de toelichting van S. Vestdijk

Verzamelde Gedichten III

Deze vertalingen stammen uit 1931-1932 (zie mijn aantekening bij de titel van de bundel Simplicia, op p. 445 van dit deel). Het hieronder afgedrukte gedeelte van Vestdijks Toelichting bij de oorspronkelijke uitgave van Simplicia werd ook opgenomen in de, in 1939 verschenen, afzonderlijke uitgave: Gedichten van Emily Dickinson, en – met uitzondering van de literatuuropgave, en in een nieuwere spelling – in de, in 1969 in Den Haag verschenen, keuze (Emily Dickinson, Gedichten) uit die uitgave van 1939:

 
‘Emily Dickinson werd geboren 10 december 1830 te Amherst in New-England, waar zij haar geheele leven gewoond heeft. Zij bleef ongehuwd en stierf 15 Mei 1886. De ‘‘gedichtjes’’, welke zij vanaf haar kinderjaren af geschreven had, werden, met enkele uitzonderingen, eerst in 1890 gepubliceerd. Tijdens haar leven miskend, daarna nog lang als ‘minor poet’ beschouwd, is zij pas in de 90-er jaren de plaats gaan innemen, die haar rechtens toekomt. De verwantschap met de poëzie der ‘‘imaginisten’’*, ruimer genomen met de geheele moderne dichtkunst, is onmiskenbaar. Dat zij Amerika's grootste dichteres is, is het minimum, dat men voor haar mag opeischen. Vergelijkt men haar, wat originaliteit, beeldend vermogen, denkkracht en fantasie betreft, met figuren als Emily Brontë* , Elizabeth Barrett Browning* of Annette von Droste-Hülshoff *, dan is dit minimum gemakkelijk uit te breiden, totdat men, ter vergelijking, op namen als Sappho* of Hadewych* stuit, –vergelijkingen, die materiëel overigens nietszeggend zijn door de typisch moderne (‘‘romantische’’) ironie, die haar poëzie kenmerkt. Deze poëzie lijkt nog het meest op die van Blake*, dien zij overigens niet gekend heeft.
Zooals elke groote poëzie is die van Emily Dickinson strikt genomen onvertaalbaar. De hier gepubliceerde oefeningen zijn op te vatten als parallel-verschijningen, die de dichterlijke intentie trachten te benaderen, zonder overal aanspraak te maken op tekstueele betrouwbaarheid. Ten einde de weergalooze geslotenheid en concentratie dezer gedichten niet geheel te verspelen, werd in het algemeen van een strenger rijm- en maatschema gebruik gemaakt dan het origineel volgt. De veelvuldig toegepaste assonances merkt men ook bij Emily Dickinson op, zonder dat iedere assonance in de vertaling nu ook gedekt wordt door een in het origineel.

Literatuur: The poems of Emily Dickinson (1937), Letters of Emily Dickinson (1931, George Frisbie Wicher, This was a poet (1938), critische biografie met portret, Over de dichteres Emily Dickinson (1932) [bedoeld is 1933, het jaar waarin de studie, in twee delen, werd gepubliceerd in Forum, t.w. op p. 346-366 en op p. 432-452], herdrukt in Lier en Lancet (1938) [bedoeld is 1939], van den vertaler.’
 


Aangezien Emily Dickinson tijdens haar leven vrijwel niets gepubliceerd heeft, werd de publicatie van haar poëzie voornamelijk door anderen voorbereid. Uit deze arbeid resulteerden talloze verminkte versies. Handschriften werden onjuist gekopieerd (het woordje ‘Thessaly’ zag men bijvoorbeeld voor ‘Thyself’ aan); velletjes papier (en daarmee versfragmenten) werden abusievelijk verwisseld; sommige door Emily Dickinson aangegeven varianten werden niet, andere weer wel overgenomen, waarbij dikwijls de verkeerde woorden werden ingeruild.
Dit waren slordigheden. Maar, om deze poëzie wat meer in overeenstemming te brengen met de literaire eisen van hun tijd, brachten de tekstverzorgers ook nog zelf veranderingen aan. Zij voegden rijmen toe, streken het ritme glad, legden wat meer ‘gevoel’ in de gedichten. Streektaal werd verwijderd, eigenaardige grammaticale vormen werden bijgeschaafd. Al naar gelang de smaak van het publiek; veranderden de eerste tekstverzorgers strofen van vijf regels in kwatrijnen, latere bewerkers brachten juist onregelmatigheden aan om het exotische karakter van de verzen te aksentueren.
Pas met de verschijning van The Poems of Emily Dickinsons, Including variant readings critically compared with all known manuscripts, Edited by Thomas H. Johnson, Cambridge, Massachusetts, 1955, drie delen (doorgepagineerd), kwam aan die wantoestand een eind (zie ook Willis J. Buckingham, Emily Dickinson, an Annotated Bibliography, Bloomington & London, 1970, p.25). Johnson (aan wiens inleiding ik de bovenvermelde feiten heb ontleend) herstelde de gedichten van Emily Dickinson in hun oorspronkelijke vorm.
Gezien de tekstverminkingen (waar Vestdijk toen hij, in 1931-1932, zijn vertaling maakte niets van afwist, wat bijvoorbeeld blijkt uit de zinsnede in zijn bespreking-De Vlinder in de kerk, De Stem, 1939, p798-800–van George Frisbie Whicher, This Was a Poet A Critical Biography of Emily Dickinsons, New York, 1938: ‘zelfs de volledige editie der poëzie wemelt nog van schrijffouten, vergissingen, mislezingen en eigenmachtige wijzigingen, als wij George Frisbie Whicher mogen gelooven!’) is het–voor een beoordeling van Vestdijks poëzievertalingen–noodzakelijk om te weten welke uitgave Vestdijk bij zijn vertaling heeft gebruikt. Hij heeft dat echter niet vermeld, en kon het zich toen ik hem ernaar vroeg niet meer herinneren.
Een rekonstruktie aan de hand van Johnson (zie hierboven) leidt, m.i. onontkoombaar, naar The Complete Poems of Emily Dickinson, With an Introduction by Her Niece, Martha Dickinson Bianchi, Boston & Toronto, 1924 (Engelse editie: London, 1924). In alle latere edities ontbreekt (Johnson, p. 1178) van het gedicht To make a prairie it takes a clover and one bee, – de tweede regel, luidend: One clover, and a bee, –een regel die door Vestdijk (in Gedichten van Emily Dickinson, I Voor het maken van een weide, Verzamelde Gedichten, I, p447) wel vertaald is, namelijk als: Eén klaverplantje en één bij–. Een latere editie dan die van 1924 kan dus niet door Vestdijk zijn gebruikt.
Een vroegere editie kan al evenmin door Vestdijk zijn gebruikt, want het door hem vertaalde The Bible is an antique volume (XII De Bijbel is een verouderd boek, deel I, p.454) is een van de vijf verzen die in The Complete Poems van 1924 voor het eerst werden gepubliceerd (Johnson, pLXV en p1067).
Johnson nam uit alle ‘apocriefe’ versies van Emily Dickinsons gedichten wel de tekstvarianten maar–uitzonderingen daargelaten–niet de interpunktievarianten over, en voor een precieze weergave van de door Vestdijk gehanteerde teksten moest ik mij dan ook bedienen van een oudere editie. Aangezien zich van The Complete Poems van 1924 geen eksemplaar in Nederland bevindt (althans niet in voor mij toegankelijke bibliotheken), ben ik uitgegaan van The Poems of Emily Dickinson, Edited by Martha Dickinson Bianchi and Alfred Leete Hampson, Boston 1937 (Engelse editie: London, 1937).
Met uitzondering van de door mij toegevoegde tweede regel van To make a prairie, is deze editie van 1937–voor wat de afgedrukte originelen aangaat–gelijk aan The Complete Poems van 1924 (Johnson, pLXV). Na elk gedicht heb ik vermeld op welke wijze dit gedicht in de editie van (o.a.) 1924 is gerubriceerd, waarna (achter een schuine streep) de nummering (dus niet de paginering) volgt van Johnson (dus bijvoorbeeld nature XCVII/1755).
Voorts is vermeld welke van deze teksten opgenomen zijn in de bloemlezing die Vestdijk in 1944 (de bloemlezing vermeldt als jaar van uitgave ten onrechte 1940–zie: Vestdijk in kaart, Bibliografie, Den Haag, 1967, p25, en: Dirk de Jong, Het vrije boek in onvrije tijden, Bibliografie van illegale en clandestiene belletrie, Leiden, 1958, p65) voor A.A. Balkema, Amsterdam, samenstelde uit de gedichten van Emily Dickinson: Emily Dickinson, Selected Poems. Het Colophon vermeldt dat Vestdijk die gedichten koos uit ‘the Collected Poems of Emily Dickinson (London 1937)’ (het woord ‘Collected’ is onjuist, zie eerdere titelbeschrijving.
In de hierboven al genoemde, in 1969 uitgegeven, keuze Emily Dickinson, Gedichten (verder te noemen: Top-punten, naar de reeks waarin het boekje is verschenen) zijn naast de vertalingen (op de oneven pagina's) ook (op de even pagina's) de Engelse originalen afgedrukt. Niet aangegeven is uit welke uitgave deze Engelse teksten zijn geselekteerd. Mogelijk was het weer de (volgens Johnson gangbare) editie van 1937. In elk geval ontbreekt ook hier de tweede regel van To make a prairie it takes a clover and one bee–.

 



Elizabeth Barrett Browning - 1806 - 1861 http://www.poets.org/poets/poets.cfm?prmID=153
Blake [William] 1757-1827 zie http://www.newi.ac.uk/rdover/blake/welcome.htm
Emily Brontë -Zie Brontë parsonage Museum
Annette von Droste-Hülshoff - 1747-1848 Zie http://gutenberg.aol.de/autoren/droste.htm
Hadewych (13de eeuw, mystica, dichteres en prozaschrijfster (visioenen, brieven). -Zie voor teksten het Laurens Janszoon Coster - project onder het trefwoord Hadewych
Imaginisten, wellicht worden hier de Russiche imaginanisten bedoeld, zie http://www.fulgura.de/autor/holz/tamara.htm
Sappho, 613 -570 v. Chr. Zie http://www.tufts.edu/org/hellenic/kazazis/sappho.html

terug naar de svestdijk index
terug naar de emily dickinson-index